MOR Administratiekantoor's nieuws pagina



Accountancy

20 februari 2019

Uit de firma: negatief kapitaal is een zakelijke lening

Als een vennoot bij het uittreden uit de firma een negatief kapitaal heeft, krijgt de firma tot dat bedrag een vordering op de uittreder. Die vordering vloeit rechtstreeks voort uit de zakelijke verhoudingen binnen de vennootschap onder de firma. Zo’n vordering kan niet gelijkgesteld worden met een vordering uit hoofde van een geldlening, zo heeft de Hoge Raad recent beslist. Als die vordering bij uittreden onvolwaardig is, kunnen de achterblijvende vennoten dat vermogensverlies – de lagere waarde van de vordering – in aftrek brengen op hun winst uit onderneming. Dat vermogensverlies kan niet worden toegeschreven aan het aanvaarden van een onzakelijk debiteurenrisico door de achterblijvende vennoten.

Storm ‘t Hart, zijn vrouw en vader exploiteerden gedrieën een onderneming in een vennootschap onder firma. Senior trad per 1 juli 2008 uit de firma: hij had toen een negatief kapitaal in de firma van € 116.603. Dat negatieve kapitaal werd bij het uittreden bij overeenkomst van geldlening omgezet in een vordering van de firma op senior. Op 1 januari 2011 was die vordering opgelopen tot € 123.830. Senior loste in 2011 die schuld goeddeels af, na de verkoop van zijn eigen woning. Het restant van € 60.555 kon hij niet aflossen: voor Storm en zijn vrouw was dat bedrag oninbaar. Zij waardeerden hun resterende vordering af op nihil en brachten dat ten laste van hun winst uit de firma over 2011.

De inspecteur weigerde die afwaardering: hij stelde dat er sprake was van een onzakelijke lening. De lening had geen looptijd, geen aflossingsschema en geen zekerheden.

Hof Den Bosch was het daar mee eens. Storm en zijn vrouw hadden een onzakelijk debiteurenrisico aanvaard vanwege de familierelatie met senior. Het Hof besliste dat de afwaardering van de vordering niet ten laste van de winst kon worden gebracht.

Storm en zijn vrouw gingen tegen die afwijzende uitspraak in cassatie.

De Hoge Raad stelde vast dat uit de overeenkomst van geldlening bleek dat senior het negatieve kapitaal moest aanzuiveren op grond van de firma-overeenkomst. Het Hof had terecht als uitgangspunt aangenomen dat de (on)zakelijkheid van de vordering moest worden beoordeeld op het tijdstip van het ontstaan. De beslissing van het Hof dat sprake was van een onzakelijke lening was – zo bezien – niet onjuist en ook niet onbegrijpelijk.

Maar toch verklaarde de Hoge Raad het beroep van belanghebbenden gegrond. Ons hoogste rechtscollege besliste dat er vanuit moest worden gegaan dat de onderlinge betrekkingen tussen de vennoten in de firma op zakelijke gronden berustten. De vordering tot aanzuivering van het negatieve kapitaal vloeide rechtstreeks voort uit die zakelijke vennootschappelijke verhoudingen. Die vordering kon niet gelijkgesteld worden aan een vordering uit hoofde van een geldverstrekking aan de uittredende vennoot. Als die vordering op het tijdstip van het uittreden onvolwaardig was, kon dat vermogensverlies niet worden toegeschreven aan het aanvaarden van een onzakelijk debiteurenrisico door de achterblijvende vennoten. Dat verlies kwam ten laste van de winst van de achterblijvende vennoten. Die aanpak geldt niet voor het verlies – de waardedaling – nadien, ná het tijdstip van uittreden. Dát verlies kan wel bestreden worden met de rechtspraak over onzakelijke leningen. De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, en verwees de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling.

Meer over accountancy →



Belastingadvies

28 augustus 2015

Je mag straks iedereen een ton belastingvrij schenken

De belastingvrijstelling voor schenkingen wordt vanaf 2017 verruimd. Dan mag je iedereen 100.000 euro schenken. Dat melden Haagse bronnen aan RTL Z. Er zijn wel twee voorwaarden. Zo moet de ontvanger jonger dan 40 jaar zijn en het geld moet worden gebruikt voor aankoop van een woning of aflossing van de hypotheek./p> Tot nu toe mocht er ruim 52.000 euro worden geschonken, maar alleen aan eigen kinderen./p> Impuls huizenmarkt

De reden dat het leeftijdscriterium blijft is dat de maatregel is bedoeld als stimulans voor de woningmarkt. Veel mensen die jonger zijn dan 40 jaar zullen of nog geen eigen huis hebben, of nog niet zo lang een eigen woning bezitten, is de gedachte. Enkele jaren terug mocht je ook al een ton schenken aan iedereen, dus niet alleen aan eigen kinderen. Ook toen moest het geld worden gebruikt voor de eigen woning. Die regeling is echter eind 2014 beëindigd.

25 juni 2015

Zwart geld in het buitenland? Per 1 juli gaat de boete over de ontdoken belasting van 30 naar 60%.

Afgelopen jaren meldden zich bij de Belastingdienst zo’n 12.500 zwartspaarders die 665 miljoen aan belastingen en boetes betaalden. Inkeerders betalen alsnog de verschuldigde belasting en de boete over het vermogen dat zij de afgelopen 12 jaar in het buitenland buiten het zicht van de fiscus probeerden te houden. Ontdekt de Belastingdienst het zwartsparen, dan bedraagt de boete 300 procent.

Meer over belastingadvies →



Salarisadministratie en personeelsadvisering

9 november 2016

Per 2017 subsidie voor werknemer met minimumloon

Leuk nieuws! Als u in 2017 een werknemer heeft die een gemiddeld uurloon geniet gelijk aan het minimumloon of net iets meer, dan heeft u vanaf 2017 recht op een subsidie, genaamd lage-inkomensvoordeel (LIV). Wat zijn de voorwaarden?

Wanneer u in 2017 een werknemer heeft die een gemiddeld uurloon geniet gelijk aan het minimumloon of net iets meer, dan heeft u in 2017 recht op een subsidie, het zogenaamde lage-inkomensvoordeel (LIV). Op basis van de nu bekende cijfers kan de subsidie oplopen tot € 2.000 per jaar.

Het gemiddeld uurloon is het uitbetaalde brutojaarloon volgens de salarisadministratie inclusief ziekte-uren. Vergoedingen en verstrekkingen die u in de WKR heeft ondergebracht en dus niet bijde werknemer zelf worden verloond, tellen niet mee.

Overige voorwaarden voor toepassing van de regeling zijn:

de werknemer wordt voor ten minste 1.248 verloonde uren in de administratie opgenomen in een kalenderjaar (min. 24 uur per week)

de werknemer heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt

de werknemer is in dienstbetrekking

De regeling geldt dus ook voor werknemers die u reeds voor 2017 in dienst heeft, mits ze maar verder aan de voorwaarden voldoen. Bovendien is de regeling van toepassing op alle werknemers die aan de voorwaarden voldoen. Er is dus geen beperking inzake het aantal deelnemers.

U krijgt de subsidie automatisch. Als u alle gegevens op uw aangifte volledig invult, gaat het UWV berekenen of u voor de subsidie in aanmerking komt en zo ja, voor welke werknemers. Controleer wel het UWV-overzicht om foutjes te voorkomen. Als later blijkt dat u onjuiste gegevens heeft doorgegeven, loopt u risico op een fikse boete van maximaal € 1.319. Controleer alles dus zorgvulding! Vervolgens ontvangt u de subsidie (minimaal een half jaar na afloop van het jaar waarin u recht had op de subsidie).

Ontvangt u voor bepaalde werknemers nu al premiekortingen? Dan kunnen deze in 2017, als u er dan nog recht op heeft, gewoon doorlopen naast het lage-inkomensvoordeel. U profiteert dan dubbelop!

U krijgt de subsidie pas in de loop van 2018. Het maakt daarbij niet uit of de betreffende werknemer dan nog in dienst is. Als hij aan de voorwaarden voldeed qua salaris en in 2017 minimaal 1.248 uur verloond zijn, heeft u recht op subsidie.

Meer over salarisadministratie en personeelsadvisering →



Ondernemersadvies en startersbegeleiding

18 november 2015

Ondernemer of werknemer?

De vraag of u werknemer of ondernemer bent, is van belang omdat u als zzper niet wilt worden gekwalificeerd als werknemer. U bent immers zzper geworden om als zelfstandig ondernemer uw brood te verdienen.

De opdrachtgever wil van zijn kant achteraf niet als werkgever worden aangemerkt, met alle gevolgen van dien. Denk aan ontslagbescherming, naheffing, enz.

Het is een wijdverbreid misverstand dat het aantal opdrachtgevers van doorslaggevend belang is voor de vraag of iemand ondernemer of werknemer is voor Belastingdienst en UWV.

Het bestaan van een gezagsverhouding is belangrijk. Het kenmerk van een werknemer is immers dat de werkgever hem aanwijzingen kan geven en dat hij verplicht is deze aanwijzingen kan geven en dat hij verplicht is deze aanwijzingen op te volgen. Kortom: dat de werkgever het gezag over hem uitoefent. Let op. Het moet daarbij wel gaan om een algemene aanwijzingsbevoegdheid van de werkgever.

Aan een schilder kan worden verteld welke kleur verf hij moet gebruiken. Dan gaat het slechts om aanwijzingen die specifiek gericht zijn op de wijze waarop de opdract moet worden uitgevoerd. Er is dan nog geen sprake van een gezagsverhouding. Als deze schilder echter elke dag om 8.00 uur moet beginnen, hij daarbij moet inklokken en hij alleen met toestemming vrije dagen mag opnemen, dan gaat het om een algemene aanwijzingsbevoegdheid en is er wel sprake van een gezagsverhouding.

Een zzper met tijdelijk één opdrachtgever kan dus wel degelijk ondernemer zijn, zolang er maar geen gezagsverhouding bestaat. Dit omdat een volledigeafhankelijkheid van één opdrachtgever op den duur zal leiden tot gezag (loondienst).

Het aantal opdrachtgevers kan een sterke aanwijzing zijn dat er geen sprake is van een gezagsverhouding, doorslaggevend is het dus niet. Zeker zo belangrijk is de vraag of de zzper zich presenteert als zelfstandig ondernemer (visitekaartjes, briefpapier, zakelijke bankrekening) en of hij daadwerkelijk ondernemersrisico loopt.

Een vrachtwagenchauffeur die zich door een opdrachtgever als zzper laat inhuren maar daarbij rijdt op de wagen van de opdrachtgever, loopt zelf geen risico voor schade aan de wagen. Een zzper met een eigen vrachtwagen loopt dat risico wel en zal niet snel als werknemer worden aangemerkt. Tip. Als u gebruikmaakt van uw eigen bedrijfsmiddelen, zult u Belastingdienst en UWV sneller van uw ondernemerschap kunnen overtuigen.

In 2016 verdwijnt de VAR. Dan kunt u gebruikmaken van een door de Belastingdienst goedgekeurde voorbeeldovereenkomst. Als u deze naleeft, mag u erop vertrouwen dat u geen loonheffingen hoeft te betalen. U mag ook een eigen model voorleggen dat u aanpast aan uw situatie en de geldende afspraken met de opdrachtnemer of opdrachtgever.

29 juni 2015

Zo kunnen erfgenamen zich beschermen tegen schulden

Hoe voorkomt u als erfgenaam dat u het schip ingaat als de overledene tijdens zijn leven schulden maakte? De wet wordt aangepast.

Het gebeurt met enige regelmaat: erfgenamen die zich niet realiseren dat een erfenis niet altijd bestaat uit geld, vastgoed of juwelen, maar soms ook uit de schulden van de overledene.

Veel erfgenamen aanvaarden een erfenis zonder zich daarin te verdiepen ('zuivere aanvaarding' heet dat in jargon) en zitten later met de brokken als oom, tante, vader of moeder een fikse schuld blijkt na te laten. Wie zo'n giftige erfenis eenmaal heeft aanvaard, kan niet meer terug. Mensen kunnen daardoor in grote financiële problemen komen.

Soms weigeren erfgenamen daarom uit angst voor een schuld een erfenis. Als later blijkt dat er toch wat te verdelen viel, vissen ze achter het net.

Zogeheten beneficiair aanvaarden kan dit voorkomen. De erfgenaam moet daarvoor een verklaring afleggen bij de griffie van de rechtbank. Die verklaring kost 122 euro. Daarna is hij niet meer persoonlijk aansprakelijk voor eventuele schulden. Valt er toch wat te verdelen, dan krijgt hij zijn deel.

Meer over ondernemersadvies en startersbegeleiding →